Wonden genezen ondanks wat wij eraan doen …

Het moet in het jaar 2000 geweest zijn dat ik regio afgevaardigde was voor de commissie kwaliteit van Verenso. Dat heette toen nog niet zo. Maar dat doet er niet toe. Of misschien ook wel. Je moet wat van de geschiedenis weten, zeg ik altijd. Want als je de geschiedenis niet kent dan begrijp je niet waarom sommige dingen tot op de dag van vandaag zijn zoals ze zijn. Dat geldt zeker voor een aantal dingen in de DBC regelgeving.

Afijn Verenso heette toen dus de NVVA Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen. En daar mocht ik dan 4 keer per jaar naar de bijeenkomsten van de commissie kwaliteit. En daar spraken we dan over de ontwikkeling van het vak. Wisselden ideeën uit over innovatie. En daar moest ik dan in mijn eigen regio over terugkoppelen en mensen voor motiveren. Erg leuk vond ik dat.

Alles vond ik leuk. Ik herinner me zelfs dat een collega me een keer vertelde dat ze dat vroeger maar irritant aan mij vond. Dat ik alles leuk vond. 

Maar goed. Ik vond dus alles leuk. Als er iemand nodig was voor een werkgroep dan was ik van de partij. Moest er een presentatie gehouden worden? Ja hoor leuk! Kan iemand misschien een notitie schrijven? Ja hoor. Ik had er in de studentenvereniging ook al last van. Er is een penningmeester nodig. Oh, leuk, wil ik wel doen. En zo ging het dus ook op mijn werk. Naast mijn gewone caseload op de afdelingen zat ik altijd wel in diverse werkgroepen. Decubituscommissie, MIC. Regiobestuur (weer penningmeester). Regio avonden organiseren. Spaans leren. Ook leuk.

Toen ik jong was en ongebonden ging dat allemaal prima. Maar toen ik een gezin had met twee jonge kinderen werd het anders. Die moesten opgehaald worden van de naschoolse opvang. Moesten naar zwemles. Koken, afruimen. Kinderen naar bed brengen. En dan na 21 uur nog vergaderstukken lezen. Bek af was ik. Ik had continu het gevoel dat ik te veel ballen in de lucht moest houden. Maar ja, ik was een sterke vrouw. Das schaffen wir! En door!

Ik herinner me nog goed het moment dat ik erachter kwam dat dingen waar ik eerst enthousiast ja op had gezegd op een later moment als een molensteen aan mijn nek hingen. Waar ik eerder had gedacht dat het een leuk klusje zou zijn zat ik vervolgens steeds vlak voor de deadline nog te werken. Terwijl ik op dat moment heel veel andere dingen veel liever had gedaan. Maar ja. Ik had het beloofd he.

Er moest dus iets veranderen.

Nu kun jij natuurlijk makkelijk zeggen dat ik maar moest leren om nee te zeggen. Maar dat kwam niet in me op. Nee. Ik wilde weten hoe succesvolle mensen hun succes bereiken. Hoe zorgen zij ervoor dat ze altijd fris en fruitig aan de vergadertafel verschijnen? Nog van een leuke lunch in een restaurant genieten en tijd over hebben om hun goddelijke lijf ook nog te onderhouden? En vervolgens verdienen ze ook nog eens bakken met geld. Dus ik leren nee zeggen? Nee, dat zat er bij mij niet in. Dat moest anders.

En dus las ik alles wat los en vast zit over persoonlijke ontwikkeling. Je kan het bijna zo gek niet bedenken of ik heb het gelezen. En uitgeprobeerd natuurlijk.

Soms liggen de gouden ideeën echter gewoon voor je voeten. Zo sprak ik een keer met een collega specialist ouderengeneeskunde. Hij was daarvoor huisarts geweest. We hadden het over wonden. Ik geloof dat hij een protocol had geschreven over wondbehandeling. Dat was nog in de goede oude tijd dat we gewoon op een decubitus graad II een paraffine gaas deden (of is dat nu nog steeds zo?). Geen idee want tegenwoordig bemoei ik me niet meer met wondbehandeling. Dat doet de verpleegkundige. En als ze er niet uitkomt dan is er een wondverpleegkundige. Die bestelt vervolgens de nieuwste foefjes op het gebied van wondbehandeling. En dan komt het goed.

Nog zoiets uit de oude doos. Ik was eens op een cursus over wondbehandeling. De spreker was een arts uit het brandwondencentrum die betrokken was geweest bij de ontwikkeling van het allereerste Aquacell verband. Hij deed de volgende uitspraak, die ik nooit zal vergeten: “Wonden genezen niet door wat wij erop doen. Wonden genezen ondanks wat wij erop doen.”

In lijn daarmee vertelde die collega mij dat hij zo verbaasd was over hoe vaak wij als artsen in het verpleeghuis naar een wond keken. Als huisarts gaf je advies over de wondbehandeling en dan maakte je een controle afspraak na zes weken. Terwijl wij elke week de wond bekeken.

Later heb ik dat doorgetrokken naar veel andere werkzaamheden.

Als je bijvoorbeeld net een oraal antidiabeticum hebt voorgeschreven. Moet je dan echt binnen drie dagen een dagcurve doen en het op je spreekuurlijst zetten? Wat nou als ik die tijd gewoon eens verdubbel? Een korte check in het farmacotherapeutisch kompas leert me dat er tegenwoordig staat “elke 8 dagen op geleide van bloedsuiker verhogen”. Metformine “na 10-15 dagen … verhogen”…

Kijk, als jij bij de verpleging afspreekt dat ze drie keer per dag bloeddruk en pols meten. Dan verwachten ze ook van je dat je naar de uitslagen kijkt. Want het is een hoop werk voor hen. Dus je kunt beter drie keer per week of drie keer per maand een controle laten doen. Dan hoef je ook minder vaak te evalueren. Of helemaal niet.

En zo ging ik bij alles wat ik afsprak nadenken of datgene wat ik afsprak echt nodig was. Als ik na een verhoging van de diuretica dacht “einde van de week evalueren” dan dwong ik mezelf om die tijd te verdubbelen.

Het lijkt misschien een druppel op een gloeiende plaat. Maar je takenlijst wordt er echt een stuk korter door. Als je bij alles wat je doet jezelf afvraagt of het echt nodig is. Of het echt bijdraagt aan het herstel van je patiënt. Of het realistisch is om te verwachten dat er binnen zo’n korte termijn al verbetering te verwachten is. Dan ga je minder doen. En blijft er dus meer tijd over voor de zaken die er echt toe doen.

Hoe denk jij hierover? Heb jij wel eens op deze manier naar je taken gekeken?

Ik kan je vertellen dat het niet vanzelf gaat.

In het begin lijkt alles belangrijk. En denk je dus dat je alles moet doen. Je moet het oefenen. Met vallen en opstaan. Leren en toepassen. Het is fijn als je dan een mentor hebt. Iemand aan wie jij je kunt spiegelen. Wist je trouwens dat alle succesvolle mensen een mentor hebben? Maar daarover een andere keer meer.

Wil jij meer informatie over het kleiner maken van je takenlijst? Zodat je meer tijd over houdt voor dingen die je leuk vindt? En dat je er dan ook tijd voor hebt zodat het niet als een zware bal aan je voet blijft hangen? Lees dan mijn gratis eboek over hoe je met meer plezier en gemak je werk in de zorg kunt doen.

Klik hier voor het eboek: Ja ik wil meer tijd voor interessante dingen!

Ja ik wil met meer plezier en ontspanning werken!

Vul hieronder je naam en mailadres in.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Contact

E-mail: monique@mo-factor.nl

Heems Weer 63
1151 EX Broek in Waterland

De Mo-Factor

KvK: 70407487
BTW nummer: NL002105368B32

Algemene voorwaarden

© 2020 - 2024 De Mo-Factor

Volg mij op